Rutte en Samson alias Jip en Janneke

Rutte (Janneke): ‘Sam, zullen we straaljagertje spelen? Ik wil straaljagertje spelen.’

Samson (Jip): ‘Goed, dan spelen we straaljagertje.’

Rutte: ‘Dan ben ik piloot. En dan vlieg jij met mij mee.’

Samson: ‘Helemaal niet. Meisjes kunnen geen piloot zijn.’

Rutte: ‘Wel waar. Ik heb het zelf gezien.’

Samson: ‘Nietes. Ik ben piloot. En jij vliegt mee.’

Rutte: ‘Nee, ik wil vliegen. Dat kan heus.’

Samson: ‘Nietes.’

Rutte: ‘Welles.’

Kabinet (moeder): ‘Wat doen jullie nou? Maken jullie ruzie? Het is ook altijd hetzelfde.’

Samson: ‘Maar Rutte kan helemaal niet vliegen.’

Kabinet: ‘Misschien mag Rutte best vliegen.Dat moet je aan vader (tweede kamer) vragen. Het kan echt.’

Samson: ‘Echt?’

Kabinet: ‘Echt waar.’

Samson: ‘Dan doen we om de beurt. Maar ik wil eerst.’

Rutte: ‘Nee, het was mijn idee.’

Kabinet: ‘En nu ophouden. En wie vliegt er eigenlijk met jullie mee?’

Rutte: ‘Niemand. Alleen wij.’

Kabinet: ‘Helemaal niemand?’

Rutte: ‘Nee, helemaal niemand.’

                En dan doen ze om de beurt. Met z’n tweetjes. En dat gaat fijn.