Pagina's

woensdag 23 oktober 2013

Een ‘onwaarschijnlijke’ taaltrend

Onwaarschijnlijk is het nieuwe vet, hard of onwijs. Taaltrends ontstaan vaak door televisie, radio of sterren en soms ook door schrijvers. Maar waar onwaarschijnlijk vandaan komt, ik heb geen idee.
                Ik kan mij herinneren dat dit woord jaren geleden al door BNN presentator Patrick Lodiers werd gebruikt. Toen vond ik het al een ‘onwaarschijnlijk’ vreemd woord.
                Patrick komt uit Zeeland, wat natuurlijk dicht bij België ligt, dus misschien heeft hij het daar opgepikt. Maar of de rest van Nederland het van hem heeft opgepikt? Onwaarschijnlijk.
                Onwaarschijnlijk, het woord zegt het al, betekend niet waarschijnlijk. Het is niet waarschijnlijk dat iets ook daadwerkelijk zal gebeuren. Bijvoorbeeld: het is onwaarschijnlijk dat die blauwe jurk binnenkort rood wordt. Zoals dat gaat met taaltrends, zijn woorden en betekenissen aan verandering onderhevig.
                Zo keek ik vorige week De Wereld Draait Door en zegt een van de gasten: ‘ik ben een onwaarschijnlijk grote fan van Anouk.’ Als je de originele betekenis erbij zou halen, zou dit een rare zin zijn. Dan zou hij betekenen, het is niet waarschijnlijk dat ik een grote fan van Anouk ben. Terwijl ze toch het tegenovergestelde bedoelde.
                Onwaarschijnlijk betekent tegenwoordig meer iets in de trend van hard of onwijs. Het zet kracht bij. ‘Ik ben een enorme fan van Anouk,’ zouden we vroeger hebben gezegd. Het is een Multi-tool om al je extases een naam te geven.
                ‘Ik voel me onwaarschijnlijk lekker.’ ‘Ik heb zo’n onwaarschijnlijke trek in een patatje.’ Of zoals Patrick Lodiers zou zeggen, ‘we zijn er onwaarschijnlijk klaar voor.’
                En nu maar hopen dat ik een onwaarschijnlijk goede column heb geschreven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik lees graag ook jouw mening