Wat gij wilt dat een ander voor u doet, doet ook gij
insgelijks. De gulden regel. Dus als Rusland Nederlanders oppakt, dan pakt
Nederland ook Russen op. Wel zo eerlijk toch. Of zie ik het nou verkeerd?
De Nederlander
past zich graag aan. Zelfs aan de KGB mentaliteit van de Russen. We zijn
internationaal ingesteld en spreken meerdere talen; ik denk dat we elkaar prima
verstaan na deze twee incidenten. Hoezo rel?
‘Nee,’
zegt Rusland, ‘een diplomaat is onschendbaar. Die mag doen en laten wat hij
wil, iedereen mishandelen, stomdronken zijn, het maakt niet uit, maar je mag
hem nooit oppakken.’
‘Oké,’ antwoord Nederland in het Russisch, ‘Greenpeace voer
over internationale wateren, dus die mocht je ook lekker niet oppakken. Ha ha.’
En dan komt hij. De: ja, maar… dat is een ja,
maar toch ook weer geen ja. En tegelijkertijd is het ook geen nee. Dus eigenlijk
is het een niets. Alsof het gesprek in het niets blijft hangen en daar niet
meer weg kan komen. Ja, ik ben het er wel mee eens, maar eigenlijk toch ook
weer niet, en wat ik eigenlijk zeggen wil dat zeg ik niet, ik verzacht het daarom
met een maar, maar het betekend gewoon eigenlijk misschien toch wel een nee. Maar
toch ook weer niet. Snap je wel?
In deze ruimte bevinden Nederland en Rusland
zich nu. In de ja, maar… ruimte. Wij hebben jullie diplomaat opgepakt, maar… En
Rusland heeft onze Greenpeace mensen opgepakt, maar…
Dit zijn
de gesprekken die meestal tot niets leiden. En op een gegeven moment hoor je er
dus ook niets meer over. Alsof ze, je raad het al, in het niets zijn blijven
hangen. Of toch? Ja, maar…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik lees graag ook jouw mening